K.B. van 7 maart 2013 – Ereloon voor medisch advies inzake zelfgekozen levenseinde

Publié le : Thématique : Fin de vie / Euthanasie et suicide assisté Actualités Temps de lecture : 2 min.

 Imprimer

Op 8 april 2013 werd in het Belgisch Staatsblad  het KB van 7 maart 2013 gepubliceerd, zijnde het KB “tot vaststelling van de voorwaarden waaronder een tegemoetkoming van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen mag worden verleend voor het verstrekken van medisch advies naar aanleiding van een individueel verzoek voor een zelfgekozen levenseinde”.

In de Wet van 28 mei 2002 wordt voorzien dat de arts die geconfronteerd wordt met een euthanasie-aanvraag een andere arts dient te raadplegen over de ernstige en ongeneeslijke aard van de aandoening. De geraadpleegde arts moet onafhankelijk zijn ten opzichte van zowel de patiënt als de behandelende arts die hem raadpleegt. Hij stelt een verslag op van zijn bevindingen. Voornoemd koninklijk besluit beoogt de oprichting van een “inrichtende macht” met als doel het verlenen van dit tweede advies eenvoudiger te maken, en in te staan voor de nodige vergoeding.

Deze inrichtende macht zal bestaan uit twaalf artsen, waarvan drie zullen worden aangeduid door de koepelorganisaties van de federaties voor palliatieve zorg, en drie zullen worden aangeduid door representatieve artsenorganisaties (naargelang hun vertegenwoordiging in het RIZIV). Deze zes leden zullen dan zes andere leden aanduiden.

Er is voorzien dat “de verschillende levensbeschouwelijke opvattingen inzake menswaardig levenseinde” op een “evenwichtige wijze vertegenwoordigd en vertolkt” dienen te worden. Vraag is echter of dit werkelijk geruststellend is, ten minste als men in het achterhoofd houdt wat binnen de Federale Controle- en Evaluatiecommisie inzake euthanasie gebeurt.

De Artsenkrant van 12 april 2012 stelt reeds dat LEIF en EOL* deel zullen uitmaken van deze inrichtende macht. De kandidaturen van geïnteresseerde organisaties dienen gericht te worden aan het RIZIV binnen de drie maand na de bekendmaking van de vacatures. De kandidaten die over het meest ervaring beschikken inzake het verlenen van medisch advies met betrekking tot een zelfgekozen levenseinde zullen worden weerhouden… Het KB behelst voorts een definitie van de inrichtende macht, als zijnde de organisatie “die (…) wordt gevormd door één of meerdere verenigingen zonder winstoogmerk (…) dewelke in het kader van hun maatschappelijk doel ijveren voor een menswaardig levenseinde met absoluut respect voor de individuele wil van de ongeneeslijk zieke patiënt (…)”…

De inrichtende macht houdt met name een lijst bij met vermelding van de artsen die geraadpleegd kunnen worden door huisartsen aan wie een euthanasie-aanvraag werd gericht. De inrichtende macht zal met elke arts die daartoe geschikt werd bevonden een contract afsluiten, en zal de vraag naar een advies opvangen. Voorts zal de inrichtende macht contact leggen met de adviserende arts, een register van de adviezen bijhouden en (minstens om de vijf jaar) een verslag opstellen. De inrichtende macht zal tevens instaan voor de betaling van het ereloon, zijnde 160 EUR (min 10 EUR aan administratiekosten) per advies.

De geraadpleegde arts zal een verklaring op eer en een geanonimiseerd verslag opstellen. Er wordt voorzien in een jaarlijkse begrotingsenveloppe  van 192.200 EUR, wat overeenkomt met 1.201 adviezen op jaarbasis. Ter vergelijking: in 2012 werd 1.232 maal euthanasie gepleegd.  Prof. Distelmans, voorzitter van het LEIF, heeft deze vooruitgang positief onthaald, maar vreest dat de financiering niet afdoende zal zijn. Dit Koninklijk Besluit zal retroactief uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2012.
 

* LEIF (LevenEindInformatieForum) EOL (EndOfLife doctors)

(Vertaling van de franstalige tekst  EIB Bulletin)