Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 december 2015, kenmerk 885614-145412-PG, houdende instelling van een commissie voor de beoordeling van gemelde gevallen van late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen (Regeling beoordelingscommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen)
Art. 2. Voor de toepassing van deze wet wordt onder euthanasie verstaan het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een andere dan de betrokkene, op diens verzoek.
Art. 3. § 1. De arts die euthanasie toepast, pleegt geen misdrijf wanneer hij er zich van verzekerd heeft dat :
- de patiënt een meerderjarige of een ontvoogde minderjarige is die handelingsbekwaam en bewust is op het ogenblik van zijn verzoek;
Doc 53 0498/001 van 28/10/2010 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS WETSVOORSTEL tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie (ingediend door mevrouw Myriam Vanlerberghe, de heer Renaat Landuyt en mevrouw Maya Detiège)
Dit voorstel strekt ertoe de beperkingen weg te werken welke dementerenden of personen die blijvend onbewust zijn ten gevolge van onomkeerbaar ernstig aangetaste hersenfuncties, ondervinden om een euthanasievraag te stellen. Voortaan krijgen zij de ...