Onderzoek naar illegale euthanasie in België

Auteur / Bron : Gepubliceerd op : Thema : Einde van het leven / Euthanasie en geassisteerde zelfmoord Nieuws Temps de lecture : 2 min.

 Afdrukken

Het parket van Leuven voert momenteel een gerechtelijk onderzoek naar een tiental euthanasieprocedures die ervan verdacht worden illegaal te zijn uitgevoerd.

Hoewel het onderzoek nu al meer dan een jaar aan de gang is, heeft een anonieme brief die onlangs naar de Vlaamse krant De Standaard werd gestuurd, het bestaan ervan nog maar net onthuld. De brief is geschreven door de familieleden van een persoon wiens euthanasie, die twee jaar geleden is uitgevoerd, in de ogen van de wet als verdacht wordt beschouwd. De familie was niet op de hoogte van dergelijke verdenkingen totdat ze in het kader van het onderzoek werden ondervraagd. De geviseerde personen zijn twee huisartsen die deze euthanasieprocedures in het kader van hun privépraktijk hebben uitgevoerd.

Het parket van Leuven geeft er de voorkeur aan om in dit stadium niet te communiceren en houdt zijn verklaringen voor zich tot aan de afloop van het onderzoek. Volgens de familie gaat het in dit dossier om meer dan een tiental euthanasieoperaties, die door de rechtbanken als mogelijke strafbare feiten worden beschouwd.

Het Belgische recht voorziet namelijk in een regime van depenalisering van euthanasie: indien de arts die het leven van zijn patiënt beëindigt de wettelijke voorwaarden niet respecteert, kan hij worden vervolgd voor moord door vergiftiging (artikel 397 van het Strafwetboek).

We herinneren eraan dat “vergiftiging” precies de strafrechtelijke kwalificatie was die de onderzoeksrechter heeft weerhouden met betrekking tot de drie artsen die deelnamen aan de euthanasie van Tine Nys, en die in januari jongstleden op het Gentse Hof van Assisen werden berecht. De rechtbank had de drie verdachten uiteindelijk vrijgesproken (zie IEB-bulletin). De arts die de euthanasie heeft uitgevoerd en die op grond van de twijfel is vrijgesproken, wordt nu voor de burgerlijke rechtbank vervolgd.

Met het oog op het lopende onderzoek heeft Wim Distelmans, voorzitter van de Federale Commissie voor de Controle en Evaluatie van Euthanasie, aan de Standaard verteld dat hij niet in staat is om commentaar te geven op de verdachte gevallen. Distelmans insisteert op het feit dat sommige artsen - soms openlijk - euthanasie beoefenen zonder zich te melden bij de controlecommissie, wat een wettelijke verplichting is. Bovendien wijst W. Distelmans erop dat, zelfs als de euthanasie in kwestie aan de commissie was meegedeeld, de formulieren a priori anoniem blijven en dat de door de artsen verstrekte informatie door de commissie altijd als juist wordt beschouwd.

Dit geval doet opnieuw de vraag rijzen naar de doeltreffendheid van de controle van de Commissie op de wettelijkheid van de hun meegedeelde euthanasie. Net als in het geval van Tine Nys heeft de rechtbank hier te maken met verdachte euthanasie waarover de Commissie niet de minste vraag heeft gesteld – in de veronderstelling dat de euthanasie in kwestie aan haar is voorgelegd