Verlenging van de termijn voor zwangerschapsafbreking tot 4,5 maand: nieuw uitstel van de definitieve stemming over het wetsvoorstel

Auteur / Bron : Gepubliceerd op : Thema : Begin van het leven / Abortus Nieuws Temps de lecture : 1 min.

 Afdrukken

De definitieve stemming over het wetsvoorstel in de Kamer is, alhoewel aangekondigd, uitgesteld nadat opnieuw advies is gevraagd aan de Raad van State.

Niet minder dan 55 volksvertegenwoordigers achtten dergelijk advies nodig nadat cdH, CD&V en N-VA verschillende aanvullende amendementen indienden.

De amendementen handelen over de afwezigheid in de voorgelegde tekst van welke sanctie ook ingeval de nieuwe voorwaarden niet zijn nageleefd, meer bepaald bij overschrijding van de 18 wekentermijn van de zwangerschap (zie daarover het EIB-dossier: is het voortstel tot strafopheffing van zwangerschapsafbreking werkbaar ?).

Bepaalde volksvertegenwoordigers klaagden de nieuwe adviesaanvraag aan als een ‘dilatoir maneuver' bedoeld om de stemming verder uit te stellen. Uitgerekend deze parlementsleden verzetten zich als sedert de indiening van hun voorstel in oktober 2019 tegen het horen van experten over de door hen voorgestelde aanpassingen.

De aan de gang zijnde federale regeringsonderhandelingen doorkruisen trouwens deze stemming. CD&V-voorzitter Joachim Coens verklaarde daarover dat het aannemen van het wetsvoorstel bij zijn partij als ‘heel moeilijk' over zou komen.

De laatste tijd komt meer en meer verzet tegen het voorstel dat nu voorligt. Zopas heeft een collectief van meer dan 2600 zorgverleners in een open brief een aantal redenen daarvoor aangegeven. Het collectief stelt de gevaren van het voorstel aan de kaak: de verzwaring van de ingreep die het instukkentrekken van de foetus van drie maand noodzakelijk maakt (op 18 weken meet die 20 cm), de afwezigheid van een consensus onder de experten over de termijnverlenging, de opheffing van de informatieverplichtingen over de fysieke en psychologische hulpverlening ,… Bepaalde franstalige parlementsleden (en niet de minste: Michel de Maegd en Minister Marie-Christine Marghem) riepen al op tegen het voorstel te stemmen.

Er is ook grote onzekerheid omtrent de termijn waarbinnen de Raad van State zijn advies over de amendementen dient te geven: de Kamervoorzitter gaf al aan dat hij de spoedbehandeling zou vragen. De behandeling (gevolgd door de eindstemming) zou nog voor het parlementaire verlof dat ingaat op 21 juli kunnen gebeuren.

Voor alle duidelijkheid: de Raad van State heeft al een advies verleend over het wetsvoorstel dat in de Commissie werd behandeld en over enkele amendementen die in maart jl. werden ingediend (zie Expert Flash van 30/06/2020). In dit advies weigerde de Raad echter een analyse ten gronde van het voorstel te maken, meer bepaald omtrent het te vinden evenwicht tussen de belangen van de vrouw en die van het ongeboren kind.