Toename van Medisch Begeleide Voortplantingen, ondanks evidente risico's

Auteur / Bron : Gepubliceerd op : Thema : Begin van het leven / Medisch begeleide voortplanting Nieuws Temps de lecture : 1 min.

 Afdrukken

Onderzoekers van de Universiteit van Pennsylvania publiceerden in mei 2020 een wetenschappelijke studie die een verband legt tussen in vitro-embryokweek (bevruchting en eerste groeidagen in een reageerbuis) en bepaalde zwangerschapscomplicaties. De onderzoekers stelden vast dat zwangerschappen die het resultaat waren van een medisch begeleide voortplanting (MBV) vaker leiden tot overmatige groei van de placenta en tot een abnormale groei van de foetus, meer bepaald ondergewicht. Bovendien kan in-vitrofertilisatie (IVF) met stimulatie van de eierstokken gevaarlijk zijn voor de gezondheid van de vrouw, met name voor het risico op pre-eclampsie, d.w.z. hoge bloeddruk. Dat kan ook leiden tot een vroeggeboorten met complicaties.

En toch wordt steeds vaker beroep gedaan op medisch begeleide voortplantingstechnieken. Een MBV-cyclus bestaat uit verschillende fasen, van de stimulatie van de eierstokken tot het inbrengen van het embryo of sperma bij intra-uterine inseminatie. In België werden in 2008 29.541 IVF-cycli uitgevoerd, met 4.942 levendgeborenen als resultaat: een succespercentage van 16,7%. In 2017 werden volgens het BELRAP-rapport (Belgian Register for Assisted Procreation) 37.125 IVF-cycli uitgevoerd, met 5692 levendgeborenen, hetzij een succespercentage van 15,3%. In 75% van de IVF-gevallen werd de ICSI-techniek (Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie) gebruikt, tegenover 70% van de gevallen in 2008. In Canada waren er in 2017 34.136 IVF-cycli met 6.903 levendgeborenen of een succespercentage van 20%. In 2008 waren er dat 15.000, met 3.932 levendgeborenen. In tien jaar tijd is het gebruik van MBV in Canada dus verdubbeld, terwijl in België de toename 25% bedroeg. De ICSI-methode wordt in Canada in 71% van de gevallen gebruikt. 

Het is interessant vast te stellen dat in het overgrote aantal IVF's de ICSI-techniek wordt gebruikt, ongetwijfeld vanwege de effectiviteit ervan.  Toch gaat die techniek in tegen het natuurlijke verloop van de spermaselectie. Bij ICSI wordt namelijk het sperma rechtstreeks in de te bevruchten eicel geinjecteerd, door het cytoplasma-membraan van de eicel te doorboren. Er is al veel geschreven over de hogere risico's voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van het kind (laag gewicht, aangeboren afwijkingen, mentale achterstand).

Hoewel MBV-technieken een uitweg bieden voor mensen die niet op natuurlijke wijze kinderen kunnen krijgen, toont deze studie aan dat die technieken niet zonder risico zijn, zowel voor het ongeboren kind als voor de zwangere vrouw. Ook wordt vaak vergeten dat het succespercentage van deze technieken erg laag is, in tegenstelling tot wat meestal gedacht wordt. Gezien de aanzienlijke toename van het gebruik van deze technieken is het dan ook van wezenlijk belang om volledig te informeren over de realiteit en de implicaties van medisch begeleide voortplantingen.