Portugal: euthanasie gelegaliseerd midden in een gezondheidscrisis?

Gepubliceerd op : Thema : Einde van het leven / Euthanasie en geassisteerde zelfmoord Nieuws Temps de lecture : 3 min.

 Afdrukken

In een periode waarin de gezondheidssituatie in het land dramatisch verslechtert, heeft het Portugese parlement vandaag een wet goedgekeurd die euthanasie straffeloos maakt.

De tekst van die wet, een samenvoegsel van verschillende voorstellen van linkse en centrumpartijen, wordt al bijna een jaar besproken in het Parlement van de Republiek. In Portugal telt het parlement slechts één kamer.

 

Burgerlijke oppositie

De eindstemming over deze tekst valt op een moment dat de Portugese gezondheidszorg, als gevolg van de COVID-19-pandemie, uitgeput is. Sinds begin 2021 registreert het land een recordaantal sterfgevallen en zijn de ziekenhuizen in een staat van ontwrichting, zodat zorgverstrekkers "rampengeneeskunde" beoefenen.

In deze zorgwekkende context startte de burgerbeweging Stop Eutanasia een videocampagne, getiteld Humanizar Portugal, om parlementsleden en publieke opinie bewust te maken van het belang van zorg en begeleiding voor kwetsbare personen in plaats van euthanasie.

De president Marcelo Rebelo de Sousa, die instaat voor de afkondiging van wetten, heeft nog de mogelijkheid om zijn veto uit te spreken over de tekst of deze voor voorafgaande toetsing voor te leggen aan het grondwettelijk hof.

Er zij op gewezen dat over de depenalisering van euthanasie reeds enkele jaren geleden in Portugal een parlementair debat gehouden werd. Dat debat werd in mei 2018 afgesloten met een verwerping van het voorstel (zie IEB Bulletin 29/05/2018).

 

Analyse van het voorstel

"Het vervroegen van de medisch ondersteunde dood."

De term euthanasie wordt niet expliciet genoemd in de titel van de wet (wel in artikel 1): de wet spreekt over het depenaliseren van "het vervroegen van de medisch ondersteunde dood". Deze omschrijving verwijst in de grond naar het opzettelijk uitlokken van de dood van de patiënt op zijn of haar verzoek.

Euthanasie wordt gedepenaliseerd wanneer die voortvloeit uit een beslissing van een meerderjarig persoon, Portugees of ingezetene van Portugal, "wiens wil daadwerkelijk is en herhaald, ernstig, vrij en geïnformeerd". Deze persoon moet zich bevinden in een "staat van ondraaglijk lijden, met blijvende letsels van zeer ernstige aard of een ongeneeslijke en dodelijke ziekte". De wet bepaalt verder dat de euthanasie moet worden uitgevoerd door medisch personeel (art. 2) en dat het verzoek om euthanasie schriftelijk moet worden ingediend (art. 3).

 

 Subjectieve beoordeling van lijden

De wet eist niet dat het lijden door het letsel of de ziekte wordt veroorzaakt, maar alleen dat het ermee gepaard gaat. Het doet er ook niet toe of het lijden van de patiënt al dan niet kan worden verlicht. Dit betekent dat lijden, dat ondraaglijk is maar kan worden verlicht, kan leiden tot euthanasie. We stellen dus vast dat subjectiviteit inherent is aan de medische vormen van lijden, en dat de beoordeling ervan in wezen en uiteindelijk bij de patiënt berust. Er zij tevens op gewezen dat psychisch lijden ook tot het betrokken leed wordt gerekend.

 

Ontbreken van voorwaarden voor het levenseinde

We stellen ook vast dat het bestaan van een terminale ziekte in de wet geen conditio sine qua non is, aangezien euthanasie is toegestaan voor personen met "blijvende letsels van extreme ernst". Een zwaar gehandicapte komt dus in de huidige stand van het wetsvoorstel in aanmerking voor euthanasie.

Dit wetsvoorstel komt op een moment dat de speciale rapporteur van de Verenigde Naties voor de rechten van personen met een handicap, de speciale rapporteur voor extreme armoede en mensenrechten en de onafhankelijke deskundige voor de rechten van ouderen, waarschuwen dat "een handicap op geen enkele wijze een legitieme reden kan vormen voor toegang tot euthanasie".

 

Toegang tot palliatieve zorg

Het wetsvoorstel wil ook de toegang van de patiënt tot palliatieve zorg waarborgen, indien hij of zij daarom verzoekt (art. 3.6). Het is bekend dat palliatieve zorg van goede kwaliteit het lot van de patiënt verlicht, zodat hij of zij niet langer euthanasie wenst. Zoals een gezondheidsdeskundige onlangs stelde, heeft 70% van de Portugese patiënten die in aanmerking komen voor palliatieve zorg, daar geen toegang toe, bij gebrek aan voldoende opgeleid personeel in de gezondheidsinstellingen van het land.

 

Euthanasie procedure

De betrokken arts is verplicht een omstandig advies op te stellen over de vraag of aan de wettelijke voorwaarden voor euthanasie is voldaan, en hij moet de patiënt inlichten over zijn klinische situatie, met name over de behandeling en de zorg (met inbegrip van palliatieve zorg) die kunnen worden overwogen. De instemming van een tweede arts, gespecialiseerd in de pathologie van de patiënt, is eveneens vereist.

De bij wet ingestelde commissie van toezicht en evaluatie moet binnen vijf dagen na het advies van de artsen nagaan of aan de wettelijke voorschriften is voldaan (art. 7). De commissie voert een controle a priori uit: het Portugese wetsontwerp verschilt dus wezenlijk van de Belgische en de Nederlandse wetgeving, die slechts een controle a posteriori door de controlecommissie voorschrijven.

Indien het advies van één van de twee artsen of van het comité negatief is, wordt de procedure afgesloten. Wel kan de patiënt een nieuw verzoek indienen bij een andere arts.

Bij een gunstig advies kiest de patiënt de dag, het tijdstip, de plaats en de wijze waarop zijn leven wordt beëindigd. Tot de methoden waarin de wet voorziet, behoort de zelftoediening van de dodelijke stof door de patiënt zelf of de toediening van de dodelijke stof door de arts of de gezondheidswerker (art. 8).

 

Gezondheidsinstelingen worden verplicht euthanasie uit te voeren

Gewetensbezwaar wordt erkend voor alle personeelsleden in de gezondheidszorg die geen euthanasie wensen te beoefenen of aan euthanasie wensen deel te nemen (art. 20). Zorgverstrekkers die bij euthanasie betrokken zijn, krijgen op hun verzoek ook psychologische ondersteuning (art. 17). Anderzijds is er geen bepaling op grond waarvan een zorginstelling euthanasie kan weigeren; integendeel, de wet voorziet sancties voor instellingen die de bepalingen inzake euthanasie niet toepassen (art. 22). De toepassing van een dergelijke bepaling zou de facto een inbreuk vormen op de vrijheid van vereniging van de betrokken instellingen en, bij uitbreiding, op de gewetensvrijheid van hun leden.