De Vlaamse christendemocraten willen een wettelijk kader voor niet-commercieel draagmoederschap

Auteur / Bron : Gepubliceerd op : Thema : Begin van het leven / Draagmoederschap Nieuws Temps de lecture : 3 min.

 Afdrukken

In het Belgische federale parlement gaan steeds meer stemmen op voor de legalisering van het niet-commerciële draagmoederschap. De Vlaamse christendemocraten (CD&V), die tot dusver aanstuurden op een verbod op commercieel draagmoederschap, kondigden begin deze week aan open te staan voor de omkadering van het niet-commerciële draagmoederschap. Hiermee sluit de partij zich aan bij de oproep van september jl. waarmee de Vlaamse linkerzijde (Vooruit) haar wetsvoorstel inzake niet-commercieel draagmoeder­schap heeft willen doordrukken. Het standpunt van de CD&V is doorslaggevend omdat deze partij tijdens de regeringsonderhandelingen bekwam dat geen enkel ethisch dossier zou worden behandeld zonder een consensus onder de regerings­partijen.

Het gaat om een zogenaamd 'hightech' draagmoederschap, d.w.z. op basis van de techniek van een in-vitrofertilisatie met inbreng van het embryo bij een draagmoeder. Daarbij mag de draagmoeder haar eigen oöcyten niet ter beschikking te stellen. Het vooropgestelde kader bepaalt ook dat het kind moet verwekt worden met de geslachtscellen van ten minste één van de 'wensouders' en dat het toegang moet krijgen tot zijn of haar biologische afstamming, met inbegrip van de identiteitsgegevens van de draagmoeder. Deze laatste mag niet vergoed worden, tenzij voor de kosten die haar zwangerschap meebrengt. Bovendien moet de draagmoeder minstens drie jaar in België hebben gewoond en ten minste één zwangerschap hebben uitgedragen. De wensouders kunnen echter maar om draagmoederschap verzoeken, als vaststaat dat ze niet op een natuurlijke wijze een kind kunnen krijgen en ze een 'duurzame relatie' aantonen. In de praktijk zullen het dus voornamelijk mannelijke homoseksuele stellen zijn die in aanmerking komen.

De omslag bij de CD&V mag zeker niet los gedacht worden van de beurs voor draagmoederschap 'Men Having Babies, die begin november in een Brussels hotel werd gehouden. Deze beurs heeft elk jaar tot doel voorna­melijk mannelijke stellen, maar ook alleenstaanden, de mogelijkheid te bieden op catalogus een draagmoeder te kiezen en met haar een ­contract te sluiten voor de 'aanschaf' van een baby. Ondanks herhaalde protesten tegen de promotie en de organisatie van een beurs voor 'babyverkoop', heeft de Belgische politieke wereld daarop nooit krachtig gereageerd.

In verband met de problematiek van het draagmoederschap, zelfs al is het omkaderd en niet vergoed, bracht het Belgisch Comité voor de Bio-ethiek in 2004 een advies uit waarin enkele zeer gevoelige punten worden aangekaart die we hierna bespreken.

1. Zowel de draagmoeder als het kind lopen ongetwijfeld medische risico's: een zwangerschap is immers nooit zonder risico's en de in-vitrofertilisatietechniek is risicovol zowel voor de moeder als voor het kind. We denken hierbij aan hyperstimulatie van de eierstokken, miskramen, vroeggeboorte, enz. Vergeten we ook niet de problematiek van de vernietiging van de 'overtollige' embryo's na een 'succesvolle' behandeling.

2. Verder zijn ook problemen te verwachten door de affectieve band die de draagmoeder opbouwt met het kindwanneer ze 'haar' kind moet afstaan, wat kan leiden tot depressies en verlatingstrauma bij het kind. Omgekeerd zal een onvoldoende hechting van de draagmoeder met het kind kunnen leiden tot verwaarlozing van haar zwangerschap en gezondheidsrisico's bij de baby.

3. Ook relationele problemen mogen verwacht worden bij de draagmoeder: het koppel kan onder druk komen te staan als het een afstand moet bewaren bij de zwangerschap. Ook de andere kinderen van het gezin kunnen een verlatingsgevoel krijgen wanneer ze hun 'broertje of zusje' moeten afstaan.

4. Relatieproblemen kunnen ontstaan tussen de wensouders en de draagmoeder, bvb. als de betrokkenheid van de draagmoeder als te opdringerig wordt ervaren. Het Comité waarschuwt ervoor dat, in tegenstelling tot wat men zou denken, 'de problemen des te intenser kunnen zijn naarmate de relatie met de draagmoeder intiemer is (een vriendin, een zus, een moeder).

5. Het blijft moeilijk een duidelijke grens te trekken tussen verloning en financiële compensatie voor de zwan­ger­schap. Het Comité verwijst naar het Verenigd Koninkrijk, waar 1000 £ (17.650 €) als een redelijke vergoeding wordt beschouwd, wat kan wijzen op een economische motivatie bij de draagmoeder, ook al worden alleen de werkelijke kosten vergoed...

6. en de meest fundamentele vraag blijft volgens het Comité of het draagmoederschap in het belang van het kindis. Psychoanalyse toont aan dat kinderen geboren uit draagmoederzwangerschappen een ernstig psychologisch trauma kunnen oplopen.

Momenteel bepalen de Belgische zieken­huizen die draagmoederzwangerschappen begeleiden hun eigen voorwaarden. Bij de geboorte blijft de draagmoeder de juridische moeder van het kind tot zij er officieel afstand doet en de wensouders de adoptie langs gerechtelijke weg verkrijgen. Een juridisch 'kader' voor draagmoederschap vereist een wijziging van het afstammingsrecht die de wensouders als de ouders van het kind aanwijst op basis van draagmoederschapscontract dat vóór de zwangerschap is afgesloten. Dit contract geeft de wensouders een rechtmatige claim op het kind bij de geboorte. Hoe men het ook draait of keert: het kind wordt in dit verhaal als een verhandelbaar goed beschouwd. Allemaal redenen waarom de CD&V het sp.a-voorstel van 2020 fel bekampte: 'Wij willen niet raken aan de regels van het familierecht, het afstammings­recht of het adoptierecht. Wat het familierecht betreft, wordt de regel gehandhaafd dat de moeder die het kind baart, de juridische moeder van het kind is. Het kind heeft recht op de zekerheid die deze verankering in het familierecht biedt. (...) Een draagmoeder dwingen haar kind af te staan is een onmenselijke daad. Het kind dat zij ter wereld brengt, te kunnen houden, is een fundamenteel recht van elke vrouw' (officieel standpunt van de CD&V sedert het senaatsvoorstel Beke van 05/04/2011).

Over draagmoederschap komt in Den Haag jaarlijks een groep deskundigen van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht (HCCH) bijeen voor het opstel van een internationaal rechtsinstrument dat de buitenlandse rechterlijke beslissingen erkent die handelen over de afstamming die voortvloeit uit draagmoederschapsovereenkomsten.