Seksualiteit en abortus: verslag-Matic aangenomen door het Europees Parlement

Auteur / Bron : Gepubliceerd op : Thema : Begin van het leven / Abortus Nieuws Temps de lecture : 2 min.

 Afdrukken

Op donderdag 24 juni heeft het Europees Parlement in plenaire vergadering te Brussel (378 stemmen "voor"; 255 "tegen"; 42 onthoudingen) de resolutie en het verslag "over de situatie met betrekking tot de gezondheid, seksuele en voortplantingsrechten in de Unie, in de context van de gezondheid van vrouwen" aangenomen.

Deze controversiële resolutie, die is ingediend door het Kroatische parlementslid Predrag Fred Matić, behandelt met name de kwestie van abortus in ongenuanceerde bewoordingen en vraagt om "veilige en legale toegang tot abortus op basis van de gezondheid en de rechten van de vrouwen", terwijl de andere dimensies van zwangerschap en moederschap, zowel vanuit het oogpunt van de ontwikkeling van het ongeboren kind als de ondersteuning van het ouderschap, over het hoofd worden gezien.

Meer in het algemeen roept de resolutie de lidstaten van de Europese Unie (EU) op om via de uitdrukking "seksuele en voortplantingsrechten" de toegang van burgers, en met name de vrouwen, te waarborgen tot: "alomvattende seksuele opvoeding; moderne contraceptiemethoden; bevalling, zorg tijdens pre- en postnatale periode; verloskundige zorg; zorg voor pasgeborenen; diensten die veilige en legale abortussen mogelijk maken; preventie en behandeling van HIV-infectie en andere soa's; diensten voor het opsporen, voorkomen en behandelen van seksueel en op gender gebaseerd geweld; behandeling van reproductieve kanker; en  gezondheidsdiensten"voor hulp bij de voortplanting.

Hoewel niet bindend, is de inhoud van de resolutie niettemin in strijd met het Europees recht, zowel vanuit het oogpunt van de aan de EU toegekende bevoegdheden als vanuit het oogpunt van de eerbiediging van de grondrechten.

De bevoegdheden van de EU bestrijken niet de inzet van de abortus, die tot de exclusieve bevoegdheid van de lidstaten behoort. Evenzo staat de ondersteunende bevoegdheid van de EU op het gebied van de gezondheid het Europees Parlement niet toe zich uit te spreken over de richting van het nationaal beleid inzake seksualiteit, voortplanting of, a fortiori, abortus. De resolutie gaat derhalve verder dan het mandaat van de EU in deze zaak.

De resolutie doet ook ernstige vragen rijzen over de verenigbaarheid ervan met het Europees kader voor de grondrechten. Dit geldt met name voor het recht op dienstweigering op grond van gewetensbezwaar, dat wordt erkend in artikel 10, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de EU. De resolutie is van mening dat het gewetensbezwaar, waarop "gezondheidswerkers op grond van hun persoonlijke overtuiging afzien van het uitvoeren van abortussen (...) de vrouwen het recht op gezondheid en medische procedures ontzeggen". Een dergelijke opvatting wijkt sterk af van de wijze waarop dit recht in de Europese wetgeving inzake mensenrechten wordt uitgelegd en zou reële moeilijkheden opleveren vanuit het oogpunt van de eerbiediging van de gewetensvrijheid van de betrokken zorgverstrekkers.

Twee alternatieve voorstellen, van respectievelijk de Europese Volkspartij (EVP) en de Conservatieve en Hervormingsgroep (ECR), hebben in het Parlement geen meerderheid gekregen. Het EVP-voorstel bevatte aanbevelingen over de gezondheid van vrouwen in verband met moederschap en voortplanting, het waarborgen van passende ondersteuning van het moederschap en het voorkomen van onvruchtbaarheid. In het voorstel van de ECR-Fractie wordt herinnerd aan de autonomie van de lidstaten met betrekking tot abortus, gezondheid  en seksuele opvoeding. Beide teksten benadrukten de legitieme bescherming van het gewetensbezwaar van zorgverleners in deze aangelegenheden.