Amnesty International voor onvoorwaardelijke en brede toegang tot abortus

De NGO Amnesty International claimt in haar nota van 28 september "het recht op abortus voor alle vrouwen, meisjes en mensen die zwanger kunnen worden" en "roept op tot de totale decriminalisering van abortus en de universele toegang tot abortus".

Deze update van het algemene abortusbeleid van Amnesty komt op een moment dat de NGO de afgelopen jaren in verschillende landen herhaaldelijk heeft gepleit voor een flexibelere toegang tot abortus.

“Universele Zwangerschapsrechten”

De nota beschouwt abortus nu expliciet als een universeel en onvoorwaardelijk recht "beschikbaar voor iedereen die zwanger kan worden" als een "essentieel onderdeel" van "seksuele en reproductieve gezondheid". Door de voorkeur te geven aan de term "zwangere persoon" boven "zwangere vrouw", zegt Amnesty dat het rekening wil houden met het bestaan van zwangerschappen onder mensen die geen vrouw zijn, vooral transgenders (die zichzelf als mannen beschouwen) of interseksuele mensen.

Geen verzet tegen late of op geslacht gebaseerde abortus

Wat betreft de praktijk van abortus in de latere stadia van de zwangerschap, wanneer de foetus volledig ontwikkeld is, sluit Amnesty het niet uit, omdat het noodzakelijk is "dat veilige abortus zo vroeg mogelijk en zo laat mogelijk toegankelijk is". De bijzonder negatieve psychologische en fysieke gevolgen die late abortusmethoden voor vrouwen kunnen hebben, zijn echter bekend.

Bovendien is Amnesty International weliswaar tegen genderdiscriminatie, maar is zij van mening dat het verbieden van abortus op grond van het geslacht van het ongeboren kind "niet de oplossing is voor structurele discriminatie: Amnesty International blijft aandringen op een totale decriminalisering van abortus, om welke reden dan ook".

Evenzo beschouwt Amnesty International abortus niet als problematisch vanuit het oogpunt van discriminatie van mensen met een handicap: volgens Amnesty International moet "de beslissing om een zwangerschap af te breken of niet af te breken na een diagnose van een foetale misvorming bij de zwangere persoon liggen". Amnesty vindt a fortiori niet dat abortus een schending is van het recht op leven: "de vraag wanneer het leven van een mens begint" is "een kwestie van moraal en ethiek en ieder mens beslist voor zichzelf".

Volgens de NGO is abortus niet alleen een recht, maar ook "essentieel voor de verwezenlijking van alle mensenrechten en voor het waarborgen van gender-, reproductieve, sociale en economische rechtvaardigheid".

Tegen gewetensbezwaren van zorgverleners

Tot slot moet worden opgemerkt dat Amnesty zich verzet tegen de bescherming van de gewetensvrijheid van zorgverleners: volgens de organisatie is "ontkenning van zorg [abortus] in het kader van juridische dienstverlening (ook vanwege geloof of gewetensclausule)" een "barrière" voor de toegang tot abortus die moet worden "weggenomen". Dit laatste standpunt staat in contrast met Amnesty's pleidooi voor de verdediging van de gewetensvrijheid van individuen, met name wanneer zij worden gediscrimineerd of zelfs gevangengezet vanwege hun religieuze of politieke overtuiging.